Hormonen en metabolisme bij Huntington en Parkinson

Op zijn twaalfde kwam hij terecht in een asielzoekerscentrum en sprak hij alleen nog Perzisch. Nu vertelt Ahmad Aziz in rap en vrijwel accentloos Nederlands over het neurologisch onderzoek dat hij de komende jaren aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) gaat doen naar de ziektes van Huntington en Parkinson. Hij won hiervoor een Mozaïeksubsidie, een beurs voor jonge talentvolle allochtonen van het NWO.

Onderzoek met diermodellen

Ahmad Aziz hoopt met zijn onderzoek aan te kunnen tonen dat zowel bij mensen met de ziekte van Huntington als die met de ziekte Parkinson afwijkingen kunnen voorkomen in de hormoonhuishouding en stofwisseling. Hormonen bijvoorbeeld worden in pulsen afgegeven aan de bloedbaan. Bovendien volgt de productie van de meeste hormonen een zogenaamd circadiaans ritme, oftewel een 24-uurs cyclus. Dit zorgt ervoor dat de concentraties van verschillende hormonen in het bloed gedurende een etmaal aanzienlijk kunnen fluctueren. Behalve de gemiddelde hormoonconcentraties is dit circadiaanse ritme ook van belang voor de normale functie van de meeste hormonen. Uit recent wetenschappelijk onderzoek bij diermodellen blijkt dat de ziektes van Huntington en Parkinson beide gepaard gaan met afwijkingen in de hormoonhuishouding waarbij zowel de gemiddelde concentraties als het circadiaanse ritme van verschillende hormonen blijken te zijn verstoord. Ook zijn er sterke aanwijzingen dat de lichaamsstofwisseling is veranderd. Er is echter bij mensen met deze aandoeningen nog nooit systematisch onderzoek gedaan naar de hormoonhuishouding en lichaamsstofwisseling en de relatie daartussen.

Achteruitgang vertragen

‘Afwijkingen op deze gebieden zouden in ieder geval een aantal symptomen van beide ziektes deels kunnen verklaren’, licht Ahmad Aziz toe. ‘Bijvoorbeeld vermagering, slaapproblemen en stoornissen van het vegetatieve zenuwstelsel. Dat laatste regelt functies zoals slikken, plassen en zweten. Als we veranderingen vinden dan kan in tweede instantie worden gekeken wat er gebeurt wanneer deze veranderingen worden gecorrigeerd. De hoop is natuurlijk dat door bijvoorbeeld medicamenteus ingrijpen in de hormoonhuishouding en stofwisseling iets kan worden gedaan tegen verschillende symptomen en het beloop van deze ziektes.’

Er bestaan tot nu toe geen behandelingen die het progressieve beloop van deze ziektes kunnen vertragen. Mensen met Huntington bijvoorbeeld overlijden nu gemiddeld zo’n vijftien tot twintig jaar nadat de ziekte zich voor het eerst heeft geopenbaard, hoewel de ziekteduur en het beloop van de ziekte per individueel geval aanzienlijk kunnen variëren.